CALLANTSOOG - De ene dag
snikheet, met temperaturen van
veertig graden en meer. De
andere dag ijskoud, dik tien
graden onder nul. Regen, mul
zand, bergen, een zoutmeer,
kolkende rivieren, een haperende
motor en andere technische
ellende. En soms zeventien uur
achter elkaar in het zadel.
Motorcoureur Jeroen van Daele
(47) ziet af tijdens de Dakar
Rally. Maar hij haalt de
eindstreep, als 64e. De droom is
waargemaakt.
Zevenhonderd
kilometer in derde
versnelling
Angstig
momentje voor Jeroen van Daele.
Daar staat hij, midden in de
woestijn van Chili. Moederziel
alleen. Geen enkele andere
Dakarrijder te zien.
,,Ik zat
helemaal fout. In Argentinië heb
je altijd wel publiek, maar in
Chili zie je helemaal niemand.
Ik heb de motor maar uitgezet.
Hoorde ik in de verte nog andere
motoren? Niks. Dan voel je je
wel klein hoor.’’ Terugrijden
naar het laatste bekende punt
dan maar. ,,Zodat ik zeker wist
dat ik weer op de juiste route
zat.’’
Kompas
Hij laat
de navigatierol zien die de
coureurs voor elke etappe van de
organisatie krijgen. Een rol met
tientallen meters papier met
daarop elke afslag aangegeven.
En welk terrein daar achter
ligt. De coureur heeft die rol
voor op zijn motor, draait hem
steeds door en kan zo zijn route
bepalen. ,,Maar je moet het wel
in een flits in je opnemen, dus
het gaat wel eens fout.’’ Soms
staan er stippeltjes op de rol.
,,Dan weet je dat er geen weg
is.’’ Ja? En dan? ,,Dan rijd je
op je kompas, dat je voorop de
motor hebt. Op de rol staat
hoeveel graden je moet
aanhouden.’’
Verslappen
Je
aandacht mag tijdens de Dakar
Rally nooit verslappen. ,,Je
moet supergeconcentreerd
blijven. Ze zeggen altijd: ’er
ligt een steen waar jouw naam op
staat’. En die moet je dus niet
raken. Dat betekent altijd
opletten.’’ En voorzichtig zijn.
Zoals in Bolivia. Die etappe
belooft een makkie te worden.
Totdat het enorm gaat regenen.
Van Daele: ,,De droge
rivierbeddingen, waar je
heerlijk door kunt rijden,
veranderden in kolkende
rivieren. Daar moest ik
doorheen. Ik stond op de oever
en dacht: ’ik ga er niet in’.
Twee jongens achter me doken met
hun motor wel naar beneden. Die
werden zo weggespoeld. Toen wist
ik zeker dat het slimmer was om
een stukje om te rijden.’’
Zoutvlakte
Het
zwaarst heeft Van Daele het
tijdens die helse etappe waarin
de coureurs over een enorme
zoutvlakte worden gestuurd.
Het is
ijskoud, het heeft geregend en
er staat een centimeters dikke
laag zout water op de vlakte.
Probeer dan je motor maar eens
heel te houden. Tientallen
coureurs vinden die dag hun
Waterloo. De motor van de
Callantsoger overleeft. Net aan.
,,Dik 150 kilometer door dat
zoute water! Mijn hele motor was
ingepakt met een laag zout. Ik
zelf ook trouwens.’’ De
versnellingsbak begeeft het.
,,Ik had alleen de derde
versnelling nog. Zo heb ik
zevenhonderd kilometer moeten
rijden. Alles piepte en kraakte.
Ik was echt bang dat ik de
finish niet zou halen. Onderweg
passeerde ik een groep Chileense
militairen op een motor. Een van
hen had nog een blik motorolie.
Dat heb ik in mijn motor
gekiept. Het piste er gelijk aan
alle kanten weer uit, maar hij
liep toch weer even wat
soepeler.’’
Reutel
Maar dan
is het vlak voor het laatste
duin, met het bivak in zicht,
toch gedaan. De motor geeft nog
een laatste reutel en stopt er
mee. Van Daele chartert wat
lokale mensen die hem helpen de
motor het duin op te duwen.
,,Ik
dacht: beneden kom ik altijd. Ik
heb de motor gewoon van die
heuvel af laten rollen. Ik kon
het bivak zien liggen, maar een
kilometer er voor liep ik toch
vast. Weer duwen. Weer met hulp
van toeschouwers.’’ Half elf ’s
avonds strompelt hij over de
streep. ,,Om half vijf ’s
morgens was ik gestart. Wat een
tocht…’’ Na zo’n dag is een
goeie monteur goud waard. Van
Daele heeft zich voor de rally
’ingekocht’ bij een serviceteam
uit de Achterhoek.
Monteur
,,Zij
hebben een puike monteur, die ik
al jaren ken. Daarnaast is er
een manager mee die de
servicetruck rijdt, waarin alle
spullen zitten. Zo’n team is
onmisbaar. Die monteur heeft na
die rit een heel nieuw blok
onder de motor gezet. Hij werkte
soms 48 uur achter elkaar.’’
Dat
sleutelen gebeurt in het bivak.
Een uit de kluiten gewassen
(tenten)dorp dat elke dag
verhuist. ,,Je zit daar met
vierduizend mensen bij elkaar.
Allemaal motoren, trucks,
tenten. Een enorm terrein. De
douche was een keer drie
kilometer van mijn tent af. Dan
ben je blij dat je team een
scootertje mee heeft, want als
je na zo’n zware etappe ook nog
eens drie kilometer moet
lopen…’’
De
Callantsoger verschijnt
regelmatig met zijn kop op
televisie, wanneer de mannen van
RTL7 hem weer voor de camera
halen. Niet zelden ziet hij er
dan uit als een zandhaas. Zeker
na de etappes met het beruchte ’feshfesh’.
Zand zo fijn als bakmeel, er is
geen doorkomen aan.
Rotsen
,,Soms was
het zo diep dat ik er tot mijn
zadel toe in zakte. En onder dat
zand liggen dus beste rotsen.
Als je daar op klapt lig je
naast je machine. Is me wel een
paar keer gebeurd. Eén keer kon
ik mijn motor nauwelijks meer
terugvinden, die was helemaal in
dat zand verdwenen.’’
De
organisatie van Dakar (ASO, ook
organisator van de Tour de
France) heeft de veiligheid goed
voor elkaar. Zo heeft elke motor
een kantelsensor. Die
registreert of de motor een
noodstop maakt, of op zijn kant
ligt. ,,Val je, dan heb je
binnen drie minuten een
telefoontje van de organisatie.
Of alles goed is?’’
En dan
zijn er nog de andere
deelnemers. Trucks en auto’s die
net even sneller gaan.
Motorrijders hebben voorop een
zogeheten sentinel. Wil een auto
of truck passeren, dan drukt de
chauffeur op een knop en begint
de sentinel van de motor voor
hem te ratelen. ,,Een heel
irritant geluid. Maar je wilt
wel opzij gaan, want die trucks
rossen gewoon door. Ik zette de
motor altijd even aan de kant,
om het stof op te laten
trekken.’’ Terwijl Van Daele
door de onherbergzame gebieden
van Argentinië, Chili en Bolivia
buffelt leven de mensen in
Callantsoog intensief mee. Niet
in de laatste plaats dankzij
internetondernemer Charrel
Jalving die het thuisfront via
een speciale website en social
media van elke ontwikkeling op
de hoogte houdt. ,,Dat heeft-ie
echt perfect gedaan. Ik denk
niet dat er één privérijder was
met zo’n media-offensief als
ik.’’
Domper
Zijn
Dakardroom heeft Van Daele
kunnen waarmaken dankzij
medewerking van heel veel
bedrijven uit de regio. Want
zo’n rally rijden kost wat.
Alleen het inschrijfgeld al:
zeventienduizend euro per
persoon (ook voor de monteurs).
,,Ik heb er zelf uiteraard geld
in gestoken en heel veel
bedrijven hebben me gesteund.
Echt super.’’
Zijn vrouw
Jacqueline is vooral heel blij
dat hij de finish heeft gehaald.
,,Dit was echt zijn droom, hij
is er anderhalf jaar voor bezig
geweest. Stel je voor dat je dan
door pech in de tweede etappe al
uitvalt? Die kans is er. Dat was
toch wel een enorme domper
geweest.’’
Finish
Op de
motor van Van Daele prijken de
namen van Wouter Vaarkamp en
Gerard Broers. Twee vrienden van
hem die het leven hebben gelaten
bij een motorongeluk.
,,Met een
vriendengroep reden we vaak
rally’s. Zij zijn allebei
verongelukt met de motor. Ik heb
gezegd: ’die jongens neem ik mee
naar de finish’ van Dakar’.’’
Gerard Broers verongelukt in de
zomer van 2014 in Frankrijk. Een
harde klap voor Van Daele, die
dan al volop in training is voor
de Dakar Rally. ,,Gerard was
mijn beste maat. Dakar rijden
was ook zijn droom. Ik mis ’m
enorm. Als het ongeluk eerder
was gebeurd weet ik niet of ik
wel was gegaan. Maar nu zat ik
er al middenin, ik was al
ingeschreven. Als ik ’s morgens
voor de etappe hun namen op mijn
motor zag staan werd ik wel eens
emotioneel. Dat moet je dan wel
weer van je afschudden, want
tijdens de race moet je volledig
geconcentreerd zijn op het
rijden.’’