Het Spaanse motormerk Montesa heeft een lange historie.
Het merk werd op gericht in 1944 door Pedro Permanyner en Francisco Bulto.
Na zich toegelegd te hebben op de bouw van diverse soorten motoren, werden in de
tweede helft van de jaren 60 de eerste trialmotoren gebouwd.
De familie van
Saanen bestaande uit vader Chris, moeder Gerda, dochter Jolanda en zoon René
kwamen eind jaren tachtig in aanraking met de motortrial sport.
Ze woonden toen en nu nog in Hensbroek, de bakermat van de wereld beroemde
Nachttrial.
Hun buurman Harry Hooiberg, een van de founding fathers van TCO, was daar op
zijn bedrijfsterrein met een trialmotor aan het trainen over zijn bouwmaterialen; zijnde
heipalen. Harry had een heibedrijf.
Ook met de Nachttrials kwamen we deze palen
tegen als obstakels in de non-stop op zijn terrein.

Het kind was geboren en de familie van Saanen was enthousiast gemaakt voor de
trialsport.
Vader Chris en moeder Gerda waren altijd aanwezig met de wedstrijden en werden vrijwillig
ingezet als controleur en de kinders als vaste deelnemers.
Tijdens de vele Nachttrials droegen de van Saanens altijd een grote steen bij
aan het organiseren en opbouwen van deze Nachttrials.
Tot zover even een stukje achtergrond.
Geruime tijd geleden bereikte mij berichten dat de familie van Saanen zich bezig
hield met het sparen van Montesa trialmotoren.
Deze werden toen nog bewaard en opgeslagen in de de boerderij van boer Siem
Kalverboer tegenover hun woonstede.
De boer Siem is inderdaad familie, de oom van onze oud voorzitter Frans.
Deze was gestopt met het houden van vee en had veel ruimte over.
Deze ruimte werd in de loop van de jaren gevuld met Spaanse Montesa
trialmotoren.
De oudere triallisten die nog deelgenomen hebben aan de Nachttrial, kunnen zich
nog herinneren dat in deze lege stallen een nonstop gebouwd was, waar in een van
de eerste jaren een onderdeel van de uitdaging was, dat er een glas melk
gedronken moest worden.
 
Maar Siem en zijn vrouw overleden en de boerderij werd verkocht.
De nieuwe bewoners trokken er in.
Deze hadden een bedrijf en daardoor het was
niet echt handig meer om de motoren daar op te slaan.
Er werd uit gezien naar een nieuwe locatie.
In 2019 kwam er een nieuwe locatie
voorbij en deze werd aangegrepen om om hun nieuwe motorhome van te maken.
Het was een bedrijfspand waar ze alleen de fundering en de spanten van konden
gebruiken.
Het pand werd verborgen door de bosschages die er omheen woekerden.
Het jaar 2020 brak aan en in maart ging Nederland "op slot" en was er volop tijd
voor de van Saanens om met hulp van familie en kennissen het oude pand te slopen
en naar hun wensen op nieuw op te bouwen en in te richten.
Nu staat er een prachtig pand met ontvangst ruimte/kantine en museum.
Zoals al eerder beschreven, had ik al wat berichten gekregen over deze
onderneming.
In Nunspeet afgelopen jaar werden de contacten gelegd om eens een
bezoek af te leggen en een stukje te schrijven voor op de site.
Dit resulteerde
in een bezoek af gelopen zaterdag.
Voor deze gelegenheid had ik zelf ook twee
museumstukken mee gebracht, onze oud voorzitter Frans Kalverboer en Dorus
Pronk.
De ontvangst was aller hartelijks.
We werden ontvangen door de gehele familie en
neef Klaas van Gerda.
De afspraak had ik rond drie uur ingepland, maar René had al aangegeven kom maar
iets eerder, want met een uurtje zijn we nog niet klaar.
Gerda had koffie al bruin en met een heerlijk plakje cake erbij werden de
verhalen verteld hoe ze hier in het nieuwe pand beland waren en wat ze allemaal
gedaan hadden om het "op te knappen" en de uitdagingen waar ze voor hadden
gestaan.
Ook diverse "ouwe koeien" verhalen werden uit de sloot gehaald.
Na de koffie werden we eerst over de benedenverdieping rond geleid.
In de hal bij de grote overhead deur stond een grote touringcarbus die ze zelf
omgebouwd hadden tot 8 persoon camper, met achterin nog ruimte voor de motoren.
Deze touringcar hadden ze ook hellemaal van buiten van nieuwe plaatwerk voorzien.
Er was
een andere motor erin gezet met turbo.
Van binnen was deze van alle gemakken voorzien, inclusief wasmachine.
Deze bus wordt ingezet voor meerdaagse ondernemingen, meestal naar het
buitenland.
Aangezien René en Jolanda tot het uitstervende ras van zijspantriallisten
behoort, worden deze wedstrijden voor namelijk nog in het buitenland gereden.
Hier is op de site al eerder het een en ander geschreven zie verslag
24 april 2016 in Grossenbach en verslag "22
februari 2016 The Return of the Sidecars".
Ook deze zijspan past in de bus en kan via de achterkant erin worden gereden.

Daarna verder naar achter waar een ruime werkplaats was in gericht waar René
zich ondertussen bezighoudt met een ander hobby's, o.a. het reviseren van
versnellingsbakken van vrachtwagens en wat er verder allemaal nog voorbij komt
zoals trialmotoren, auto's ect.
Ook deze werkplaats is weer rijk ingericht met alle gereedschappen en hulpmiddelen die je in een
werkplaats kan verwachten.

Alle ruimte elk plekje in de ruimte wordt optimaal gebruikt.
Links zien we weg gestopt de eerste brommer van Gerda, ingeklemd tussen een
soort racer en ander histories object.
Zo staat de
compressor installatie bovenop een zolder en hangt de luchttank in de nok.
Hierna gingen we een beetje richting het Walhalla niet na noch even kennis
gemaakt te hebben met een paar ander projecten van de familie.

Twee schitterende gerestaureerde Volvo's en een kleine
Daf truck model Pony.
Over deze
projecten wisten de van Saanens ook weer veel details te vertellen hoe en wat ze
er allemaal niet gedaan hadden.
De groene 1800 Volvo had het stuur vroeger
rechts en deze is nu door René omgebouwd naar links.

Van de truck wist René als een professionele museum suppoost alles te vertellen
over de geschiedenis achter de bouw van deze trucks, waarom deze keuze, hoeveel
er gebouw waren, welke uitvoeringen enzovoort.

Boven de Volvo Amazone van Jolanda.
Eindelijk mochten we de trap naar het Walhalla bestormen.
Boven aangekomen werden we overvallen door het aantal Montesa motoren wat er opgesteld
was.
Het waren er ruim 80 in totaal. Ze wisten het zelf ook niet precies.

Prominent bij de entree stond de eerste trialmotor die Montesa ooit gemaakt
heeft opgesteld; een 250CC met motornummer 1.
Deze eerste trial motor is in 1967 gebouwd.
René verteld enthousiast hoe aan deze motor gekomen was en bij nadere inspectie
bij de aankoop ontdekt had, dat dit een "ones in a life time" was, aangezien het
de allereerst was.
Met deze motor hebben een prachtige reis gemaakt, verhaalde René, toen ze met de "camper"
en deze eerste motor naar Spanje togen naar de Montesa fabriek waar een
happening was.
Hier heeft hij de ontwerper van de motor ontmoet, inmiddels hoog bejaard.
Die kon zijn ogen niet geloven, dat hij dit prachtige gerestaureerde eerst
exemplaar werd terug zag.
De tank van deze motor heeft hij op verzoek van René van zijn handtekening voorzien.
De motoren waren opgesteld in volgorde van leeftijd, waarbij de kleine motoren,
populair gezegd 50 tot 125 CC, hoog stonden.
Bij elke motor had René een verhaal.
Sommige motoren kon hij in "bulk" kopen,
omdat de verzamelaar op leeftijd was, of overleden, of dat het spul in een
soort van erfenis beland was.
Hij had een voorkeur om de motoren in "krat" te kopen.
Dit waren projecten waarbij de vorige eigenaar de motor gedemonteerd had om ter
zijner tijd een revisie te starten, maar daar uiteindelijk ervan afzag.
Dat scheelde hem weer demonteren.

Er hing aan de muur een groot spandoek van
een zijspanevenement in Duitsland waar zij op afgebeeld stonden met hun zijspan.
Na afloop werd er aan de organisatie gevraagd of zij één van deze doeken mee
mochten nemen, aangezien zij natuurlijk auteurs/portret rechten hebben.


Frans kwam een exemplaar tegen waar hij zelf vroeger ook
nog op gereden had, zijn
eigen oude motor.
Ook voor Dorus en uw reporter stonden er diverse Montesa modellen opgeteld,
waarmee we zelf nog vele avonturen mee beleefd hadden.

Voor de vele prijzen die bij elkaar gereden waren was een plaats boven bij de
trap gevonden.
Vele onderdelen hadden hier een tweede leven gevonden in de vorm van een trofee.
Zuigers, kleppen, stukjes ketting, ect.
Ook een prijs ooit door oud bestuurslid van TCO Johan Schaap gemaakt voor in
indoortrial in manege Noot met een stukje hoefijzer, kwam ik er tegen.


Ook voor bijzondere exemplaren, geen
trialmotoren was plaats in de collectie.
Geen twee cilinder; wel twee uitlaatpoorten
Benzinemeter in de vorm van een slangetje aan de buitenkant.
Lekte vaak volgens ervaringsdeskundige Dorus.
Er
was ook een stelling gevuld met motorblokken, cilinders
ect.
Rond de klok van vijf uur, diep onder de indruk van het gehele gebeuren,
verlieten we het museum, niet nadat we de van Saanens hartelijk bedankt hadden
voor hun gastvrijheid en rondleiding door hun prachtige privé museum.
Er ontbreken nog enkele exemplaren in hun collectie, maar daar wordt nog aan
gewerkt.
|