Zaterdag 6 januari.
In het holst van de nacht stonden ondergetekende en zoon Puck op om af te reizen
naar het verre Oosten om deel te gaan nemen aan de tweede wedstrijd om het
gevecht om de Wintercup.
De regen die bijna drie maanden terug was ingezet in Nederland, was nog niet
gestopt.
Kinderen die nu geboren worden krijgen tegenwoordig weer de naam Noach en volgen
een opleiding tot scheepstimmerman.
Eerst nog even op de waterkaart gekeken of de lange route naar Nunspeet wel
bevaarbaar was en we niet zouden vast komen te zitten in de uiterwaarden. De
waterstand was +1 m NAP en dus zag het er goed uit.
Onderweg verscheen de zon moeizaam aan de horizon, alsof hij geen zin had om
op te staan. Ik kon hem geen ongelijk geven.
Tegen de tijd dat we in de Gelderse provincie inreden konden de ruitenwisser
definitief uit en werd het droog.
In
de kantine werden we hartelijk begroet door twee dames die de inschrijving
verzorgden met de beste wensen voor het komende jaar.
Vervolgens was het vele handen schudden met alle bekenden die we daar weer tegen
kwamen.
Ik sprak daar Gerda van Saane die met een stok liep. Dit had te maken met
slechte knieën en ze is nu in afwachting van een oproep voor een paar nieuwe
gewrichten, maar dat kon nog wel minstens een half jaar duren. Vervelend, maar
gelukkig kan het gerepareerd worden.
Er
was een grote opkomst van de deelnemers die zin hadden om het oliebollenvet om
te zetten in gezond spierweefsel als goede start van het nieuwe jaar.
De voorzitter Henk van van de trialclub stak zijn speech af met de beste wensen
en zette het sein op groen om te starten.
Vanuit het Noord-Holland waren weer vele (oud) TCO-ers afgereisd om deel te
nemen aan het spektakel.
Als gevolg hiervan
werden de wachtrijen voor enkele non-stops best wel lang.
Zeker voor de piloten die in de hogere technische klasses reden waren in de
nonstops voldoende struikelblokken aangebracht om er voor te zorgen dat ze niet
strafpuntloos de finish konden behalen en dat kostte ze beste veel tijd om er
achter te komen dat strafloos er bijna niet in zat.
Het slechten van deze hindernissen kostten voor enkelen dus best wel wat tijd.
De wachtende voor de nonstops hadden genoeg tijd om tijdens dit wachten hun
levensloop met anderen te delen.
Nadeel de brommers werden koud, de deelnemers werden koud en de te rijden route
door de nonstop was vergeten.
De acht uitdagingen waren weer mooi in elkaar gezet al begreep ik dat voor de
blauwe klasse er in enkele nonstops de uitdagingen iets groter mochten zijn.
Deze enkele waren dan de rijders die eigenlijk in de hogere rode klasse thuis
hoorden.
In
de nonstops was het zaak om goed de route te verkennen, want door de vele
routebordjes kon je soms de route niet meer zien.
Ik zag diverse gezinsleden met elkaar op rijden die ik wel kende; vaders met
dochter, vaders met zoon, broeders, broer en zus, enzovoort. Dit geeft toch wel
aan het een echte gezinssport is.
Toch miste ik wel enkele TCO-trial prominenten van vroeger die voorheen ook met
hun zonen reden zoals de Knollen en Kalverboeren en Pronken.
Deze zoons hebben inmiddels het bier drinken ook uit gevonden (dit schijnt
erfelijk bepaald te zijn) en vullen hun dagen nu wat anders in, met als gevolg
dat de papa's ook niet meer rijden.
Zoon Puck kreeg in de tweede ronde toch weer last van een overstromende
carburateur, ondanks dat ik deze zorgvuldig had nagekeken.
Tijd voor een spoed operatie.
Ik had ook gemerkt dat het vinnetje van mijn trialmotor koeling niet aansloeg en de motor
heet werd en vreemd begon te lopen, daar kon ik dan ook gelijk even naar kijken.
Ik vertrouwde de thermostaat schakelaar niet erg en verbond deze door. Het
vinnetje spinde er weer over.
Puck zijn brommer was weer oké en al snel stortte wij ons weer in het
strijdgewoel.
Maar na een paar nonstops begon mijn brommer toch wel heel vreemde geluiden te
maken en raar te lopen.
Het leek wel of de zuiger en de drijfstang afscheid van elkaar hadden genomen en
besloten voortaan los van elkaar verder door het leven te gaan.
Om verder schade te voorkomen, vond ik het beter om deze te parkeren.
Thuis in de werkplaats eerste maar eens een inspectie gaan uit voeren.
Hierdoor
had ik tijd om lopend de non-stops te bezoeken en hier en daar een gesprekje aan
te gaan onder de vele wachtende.
Onderweg kwam ik Marco Veerman tegen die mij spontaan aanbood om op de motor van
zoon Kick te rijden, zij schoten al lekker op met de wedstrijd.
Ook Marco's motor mocht ik gebruiken, maar helaas zo fanatiek ben ik ook weer
niet en heb het aanbod vriendelijk afgeslagen.
De Veermannen rijden een eigen wedstrijd waarbij het om onderling om de minste
punten gaat en ze willen de eerste van alle deelnemers zijn die klaar zijn met
de wedstrijd.
Pieter Molenaar had
besloten vanwege de wachtrijen om samen met een maatje lekker te gaan trainen en
de wedstrijd te laten voor wat het was. Ook niet erg!
Stan Reit reed samen met vader Marco zijn rondjes. Hij liet zijn ouwe heer
voorgaan in de non-stops. Grote kans dat hij zijn vader in de non-stop als extra
hindernis in de nonstop moest zien te slechten.
Maar terug kijkend in de uitslagen, is deze ouwe heer nog lang niet voor de poes
en ik vermoed dat Stan alleen nog met bierdrinken zijn vader kan verslaan.
Rond half vier was
zoon Puck ook klaar met de laatste nonstop en was het tijd om van het vele
gezonde voedsel in de kantine te gaan proeven na eerst de brommers op het
karretje te hebben vastgebonden.
Dit laatste moet zorgvuldig gebeuren.
Op het hobbelpad naar de weg, van het terrein af, kan je zomaar een brommer
kwijt raken.
In de kantine was het gezellig druk en lekker warm.
Om niet al te laat thuis te zijn, hebben we de einduitslag niet meer afgewacht
en zijn de lange weg terug weer aangevangen.
Het was weer een mooie gezellige dag met leuke uitdagingen in een sfeer van
gemoedelijkheid die de trialsport kenmerkt.
MC Nunspeet bedankt.
DE UITSLAGEN
|