Hoe lang TCO het land
van onze zuiderburen in het Walloniësche gedeelte bezoekt, is verdwenen in de
afgesleten herinneringen van de aeonen van de vorige eeuw.
Al in deze eeuw, lezen we in de geschiedenis boeken, reisden hele families
zomers af naar dit gedeelte van België om daar hun zomers door te brengen in de
voorlopers van het woeste Ardenne gebergte.
Het gebied, toen nog veel groter als het nu is, bestond niet alleen uit het
terrein zoals het nu bekend is, maar ook o.a. uit het "Enge Bos".
De wouden erachter die
zich uitstrekken tot de Gileppestuwdam, behoorde ook tot de habitat van de
triallisten.
Het bier werd nog gekoeld door het helderste bronwater dat als een beekje het
gebied in tweeën spleet. De caravan was net uitgevonden en de camper bestond nog
niet.
De onderkomens bestonden uit tenten die samen gesteld waren
van oude vloerkleden met plastiek er overheen. Er werd nog gekookt op een
houtvuurtje. De bedstede bestonden uit grassen en mossen die in de omgevingen
gevonden konden worden.
Hoe ander is het nu.
Campers waar geen eind aan lijkt te komen, caravan met satelliet schotels, wifi
hotspots, vriezers en koelkasten rijkelijk gevuld, overspoelen nu het terrein.
Hiermee is gelukkig een eind gekomen aan al de ontberingen die hier hebben
plaats gevonden.
Is het een beetje kil 's avonds, dan zet je even de verwarming aan. Lust in een
een koude versnapering, trek de koelkast open. Alle luxe is tegenwoordig
aanwezig. Zelfs de douches en het sanitair op het terrein zijn dit jaar voor het
eerst van een redelijk nivo en geven warm water.
Vroeger moest je eerst moeder de vrouw die kant op sturen, gehuld in
beschermende kledij en voorzien van emmers, dweilen, verdelgingsmiddelen en
ander reinigingsmiddelen om het gebouw weer enigszins betreedbaar te maken. Er
was nu zelfs toiletpapier aanwezig op sommige wc's. Waarschijnlijk vergeten
door een voorganger.
Aangekomen bij de
receptie van het terrein wordt je van harte welkom geheten door het kantine
personeel. Vervolgens wordt je in raps Frans van je vakantie budget afgeholpen
en als je op de campingplaats bent aangekomen, heb je het gevoel dat je net het
gehele terrein heb gekocht. Het is alleen op maandag nog goedkoop.
Want als er een ding
niet veranderd is in de afgelopen tientallen jaren, is de camperplaats. Er is
geen gras wel veel stof of modder naar gelang de weercondities, geen
stroompuntje, en het eerste watertappunt is in het sanitair gebouw een
driehonderd meter verderop. Dit water is niet bedoeld om te drinken wordt
gewaarschuwd.
En toch komen we er
elk jaar weer! Dit heeft waarschijnlijk te maken met dat de mens zich af en toe
toch aan ontberingen wil bloot stellen en de grenzen van zijn kunnen wil
opzoeken. De laatste jaren met als vangnet alle luxe die mee gebracht wordt.
Wat ook niet veranderd
is, zijn de kampvuren die elk jaar gemaakt worden. 's Avonds als de het
motorgeronk verstomd is en iedereen opgefrist en voldaan is van het diner,
begint de Bilstain avond.
Iedereen, de jongste
eerst, begeven zich naar de vuurplaats op het kamp. Later volgende de ouderen
met koffiekannen en koek om de avond in te zetten. Er ontstaan diverse
diepgaande gesprekken om het vuur en gaande weg moet de kring groter worden om
iedereen ruimte te geven om aan te schuiven en de kilte van de avond buiten te
sluiten. Rond de klok van tien als de sterrenhemel fonkelt, gaan de kleine
kinderen te bed. Ondertussen wordt er vanuit allerlei koele plaatsen gerstenat
aangevoerd.
De temperatuur daalt,
de discussie worden luider en de strijd voor het beste plekje bij het vuur is
begonnen. Er ontstaan kampen, die net als in de grote wereld nergens over gaan.
Dit jaar was er een echte Amstel groep en een groep die wat anders dronken. Maar
gelukkig, niet zoals in de grote boze wereld, werden de problemen opgelost toen
het andere bier opwas.
Dan was er alleen nog een Amstel groep.
Iedereen weer
vriend met elkaar. Het lijkt faceboek wel!
Gaandeweg de avond wordt het vuur opgevoerd. Uit allerlei hoeken komt
er hout (meestal uit de busjes) en het vuur laait hoog op. Dit is nog lang niet
genoeg om de pyromanische honger van de
stokers te stillen. Gelukkig groeit er naast hout nog ander brandbaar materiaal
in het Bilstain bos, meestal wit gekleurd, om het vuur tot grote hoogte punten
te brengen.
De taferelen die rond het vuur ontstaan laten zich vertalen door prehistorisch beelden van
indianen die woest dansend met tomahawk zwaaiend en flessen vuurwater drinkend
rond een woest vuur dansen.
Maandag
was de eerste groep al neer gestreken op "onze" plek aan de beek en onder de
bomen. Rossane en kleine Klaas (Nick) van der Gragt waren de eerste die het kamp
bereikten, later sloot de familie Knol aan.
Het was rond de klok van acht dat ik samen met zoon Puck de camping aandeed en
het eerst vuur al voorzichtig werd ontstoken.
De caravan opstellen, brommers eruit werken en de slaapplaats inrichtingen.
Daarna naar het vuur voor een kop koffie, waar de jongste jeugd het druk had om
het vuur aan de gang te houden. We werden gewaarschuwd door een oosterbuur dat
de camping eigenaar niet blij was met vuur zonder ton. De strafmaatregel kon
hieruit bestaan dat je verwijderd werd van het terrein.
Hij vertelde dat er vuurtonnen bij de opslag stonden. Piet pakte de fiets en
kwam later terug gefietst met een 200 liter drum achterop de bagagedrager.
Het vuur werd over geheveld en ondanks dat er geen echt droog hout voorhanden
was wisten we als goed amateur pyromaan de zaak goed in de brand te krijgen.
Later op de avond kwam ook Aris nog aan met zijn gezin en hebben we gezellig bij
het vuur zitten keuvelen.
De
volgende morgen begon de de invasie van TCO en werd de groep behoorlijk uit
gebreid.
Voorzitter Frans, de familie Schaap en Borst met pleegzoon Maarten Rottier. De
familie Glas met drie dochters.
Mark Stam en Frank Molenaar komen ieder apart samen.
Zij eten bij de familie Glas die naast de drie dochters er nog wel twee
pleegzonen bij kan hebben.
De kas van Bilstain werd goed gespekt.
Er is inmiddels een hele nieuwe lichting triallisten ontstaan. Allemaal jeugd op
nieuwe brommers.
Waar de oudjes na twee trialsessies het vaak genoeg vonden, begon de jeugd op al
tijd en reed vaak door, totdat het donker was.
De helm werd de gehele dag niet meer afgezet en de grijns verdween bijna niet
meer van hun gezichtjes.
De training sessies bestaan meestal uit met een groepje de bossen in en een
soort van trial enduro te rijden.
In deze routes zitten best stevige stukken en eenmaal een pad in geslagen, is er
vaak geen weg terug meer.
Als de voorwaartse beweging stokt, is het moeilijk om de brommer weer op gang te
krijgen. Keren is vaak ook niet gemakkelijk. Hier spelen zich vaak hele
gevechten af en gaan er coureurs figuurlijk dood. Wordt de hill-climb in één
keer gedaan, is er niet zoveel aan de hand. Maar als je na een zoveelste poging
net weer voor de top strandt en alle krachten zijn vervlogen, is het moment
aangebroken dat je de kl... brommer (want daar ligt het aan) zo een afgrond in
kan schoppen.
Er
waren ook diverse vader en zoon sessies, waar de pupil onder begeleiding van
senior het woud met al zijn uitdagingen te lijf gingen.
De woensdag werden we
verblijd met nog meer leden en ook ere lid Dorus en zijn vrouw Rietje hadden de
weg gevonden naar het trialterrein.
Dorus is een TCO ontdekkingsreiziger die het gebied in de vorige eeuw nog min of
meer in kaart heeft gebracht.
René Strooper was ook deze dag nog onverwacht afgereisd naar Belgie, nadat hij
behoorlijk geplaagd was door een enkel blessure.
Ook de vrouw van Aris, Petra, kwam over met een paar logés voor een nachie.
Er arriveerden nog meer van der Graggies en Robert Kalverboer (de
verbouwer) kwam zijn vader opzoeken.
Er kwam nog een familie Schaap, dit maal uit de Wogmeer.
Het werd vol in het kamp en het werd al gezelliger.
's
Avonds
was het dringen rond het kampvuur om een plekkie bij het vuur te vinden.
Nadat de jeugd de marshmallows verbrand en/of opgegeten had werd het tijd voor
het betere stookwerk.
Een aantal trokken het stookvat naar zich toe voor een beetje extra warmte met
als gevolg dat de overkant de ton weer terug trok.
Dit resulteerde in het bij plaatsen van een tweede stookvat.
Daarna was het strijd
welk vat de hoogste vlammen had.
Ook meubilair dat nog gebruikt moest worden werd geofferd aan Hestia, de godin
van het vuur.
Frans moest zijn tafel redden uit de handen van opperstoker Peter Glas.
Helaas kon ik het die avond niet laat maken als gevolg van een kleine voedsel
vergiftiging waar ik later samen met zoon Puck van mocht genieten.
Dat het feest nog lang doorging hoorde ik aan het uitbundige lachen, terwijl ik achter de caravan tegen het
bosrand aan, bezig was om uiting te geven aan mijn innerlijke gevoelens. Puck
wisselde mij hierbij af.
Tegen de morgen was de rust in het lijf en rond het kampvuur terug gekeerd.
Rond
de klok van 10 wordt gemiddeld het kamp weer een beetje wakker.
Er wordt eerst uitgebreid ontbeten en daarna vaak samen koffie gedronken.
Deze dag vertrokken er alweer enkelen naar huis en arriveerde de familie de
Rooy.
Wij gebruikten de dag voornamelijk om bij te slapen.
Ook wij besloten rustig de boel op te breken en tegen de avond reden we via Aken
(rijdt perfect) met René in de achtervolging weer naar huis.
De rest van club had
afgesproken in de kantine te gaan eten. Ondanks dat er wat lang gewacht moest
worden, is dit heel geslaagd geweest.
De vrijdag was een hete dag waarbij de oudjes zich beperkten door slecht één
sessie te gaan rijden.
Zaterdag braken de laatste op voor de reis naar huis.
Het was weer een perfecte super gezellige Bilstain week geweest, die zich
kenmerkte door prachtig weer.
Iedereen ging met een tevreden gevoel naar huis.
Allen bedekt met enkele centimeters Bilstainstof die zich in de loop van de week genesteld had op en in de
auto's en andere mobiele home's.
Bilstain is een ervaring die je mee gemaakt moet hebben, om dit verslag
enigszins te begrijpen. Voor de jeugd is het een grote speelplaats waar geen
eind aan lijkt te komen, want waar kan je zo rijden, heb je water, bergen, bos
en mag je zulke grote vreugdevuren ontsteken.
|