Verslaggever: Peter Boekel en Cees Kruijer (cursief Peter vanuit NS6)
Foto's :
Cees Kruijer
16 Januari voor het eerst
in de lange historie van TCO werd er een wedstrijd in januari georganiseerd.
De kampioenen van 2010 waren net twee dagen terug gehuldigd en genoten nog van hun
loutering.
Vandaag moesten ze alweer aan de bak om hun titels te verdedigen en laten zien
dat ze echte kampioenen waren.
Met de jaarvergadering nog in het achterhoofd stapten zoon Kees en ik om 9.30
uur met versgebakken eitjes en vriendinnetje in de auto, (de brommers hadden we
al op zaterdagavond ingeladen) op weg naar Den Helder voor de eerste
TCO-clubwedstrijd van 2011.
Daar aangekomen bij de kantine de auto geparkeerd, spulletjes mee en naar de
trialhoek, waar de uitzetters al mondjes-maat waren begonnen. Dus maar even
assisteren, en heb besloten om te gaan controleren en hiermee de doorstroming te
bevorderen.
Vorig jaar hadden we in
februari onze eerste wedstrijd in Den Helder nog in de sneeuw.
De vorst was eindelijk uit de grond, maar de regen zette in.
Als gevolg hiervan konden de collegae crossers niet aan de bak.
Voor ons gaf dat een stukje rust en we konden gelijk gebruikmaken van de
kantine.
Op de dag zelf was het zeer winderig, maar met het stralend mooi weer met hoge
temperaturen voor de tijd van het jaar was het goed uit te houden.
Bij aankomst was Piet
Warmerdam druk doende de houtkachel op te stoken en de koffie stond al klaar.
Buiten stond er een stevige bries, die bij vlagen aan een lichte storm
benaderde.
Bij vorst is het een probleem om de paaltjes in de grond te krijgen, met wind
zijn het dubbele aantal paaltjes nodig om het lint een beetje op de plaats te
houden.
Er werden zes uitdagingen in elkaar geknutseld. De eerste drie non-stops boden
voldoende uidaging. Hier werden veel punten gehaald
Sjaak Vlaar die op de
eerste non-stop stond heeft later de non-stop voor de rode piloten zelfs nog
iets aangepast.
Uiteindelijk was deze non-stop wel zwaar, maar door goed je route te bepalen wel
te rijden.
Zo zag ik buitenmededingend rode kampioen Wim Duineveld er met een gemak door
heen vliegen als een dartel veulen.
Dorus stond op de tweede
met zijn neefje Symen.
Geel mocht hoog de lucht in tot boven op de container. De
ander piloten hadden genoeg uitdaging op het lagere nivo. Door de glibberige
inrit die steeds gladder werd, was de entree voor de meeste een beetje rommelig
en moest er nog wel eens een voetje gezet worden. Ook voor de lagere klasse die
over het heuvel ruggetje reden, was het bij tijd en wijlen moeilijk als gevolg
van de
harde wind die ze er gewoon van af blies.
De wind speelde ook op
non-stop drie een grote rol. Beneden werd je vol door de wind geraakt terwijl je
je opmaakte om van uit het modderige spoor omhoog te rijden.
Kees Boekel maakte hier naar het zich liet aanzien een lelijke koprol.
Later zag ik hem als een echte heer zijn vriendin, die op de vijfde non-stop
waakte, in de armen over de modderpoelen tillen.
Het leed was alweer geleden en liefde heelt alle wonden. Of was het spreekwoord
toch anders.
John Koomen die op deze
derde non-stop stond moest zelf af en toe een voetje zetten om niet naar beneden
te worden geblazen.
John heeft het erg druk met het in ontvangst nemen van prijzen. Zo had hij
onlangs weer een prijs als duurzaamste tuinkabouter gewonnen.
Het probleem bij deze
non-stop was om in de blubber tractie zien te vinden om omhoog te komen.
De vierde non-stop werd bemand door de vader van aspirant-lid Rutger Groenenboom.
Een technische non-stop waar de timing belangrijk was.
Het voorwiel moest op tijd omhoog om over de boom of buis heen te komen, maar
ook weer op tijd op de grond om niet door te schieten voorbij het volgende
poortje.
Ik zag menig gele piloot het laatste poortje missen.
Marco Veerman nog altijd
geplaagd door een tennis elleboog (niet met triallen opgelopen dus) stond samen
met de vriendin van duikelaar Kees Boekel op de vijfde non-stop.
Een non stop met van alles wat, een beetje klimmen, opstapjes en sturen.
Heel goed met een nul te doen maar je had ook zomaar wel eens een voetje aan de
grond.
Hierna was het even een
stukje rijden langs de spoorbaan naar de bunker.
De controle werd hier uitgevoerd dor wedstrijdleider Peter Boekel die zijn
brommer aan zoon Kees had afgestaan die met een afgelopen achterband was
gestopt.
Verslag Peter vanaf NS6
Aangekomen
bij NS6 eerst wat kleine aanpassingen gepleegd, en daar kwamen de eerste piloten
al aan gebrommerd. Je kon zien dat een nieuw seizoen is begonnen, want er waren
nieuwe gezichten te zien en ook mensen die in een andere klasse aantraden.
Voor de groenen was het wat eenvoudig stuurwerk.
Met diverse machines wat varieerde van fiets (Yentl) tot elektrisch en benzine.
Maar de meeste energie werd verbruikt door Bert, die Kick Veerman onder zijn
hoede had.
De witte klasse had het hier niet echt zwaar, maar als ik de gaatjes in de
kaarten zag denk ik dat NS6 een klein beetje een verademing was.
Bij
blauw moesten ze gelijk steil omhoog, en daar aangekomen direct naar rechts
sturen. Wat niet helemaal gemakkelijk was, gezien het weinige aantal 0-en wat
hier gescoord werd. Maar je kon zien dat de rijders groeiden in de wedstrijd.
Komen we nu bij de rode klasse, en die was best pittig. Vooral de eersten hadden
het wat moeilijker, want zij mochten het spoor rijden, wat niet helemaal
gemakkelijk was. En daar kwam onze kersverse kampioen Rutger ook achter. Vele
varianten heb ik gezien, van zeer behoedzaam tot grote sprongen (Kees Boekel).
Onze voorzitter moest af en toe nog wennen aan zijn kleploze brommer en draaide
af en toe zijn gas te vroeg dicht. Maar de knapste actie kwam van onze
penningmeester/webmaster: Cees, die een pijl miste maar beneden zeer knap, en
krap draaide en alles herstelde en met een 0 de non-stop uitkwam. Wat verder
opviel was dat rode kampioen Willem met een zeer ontspannen blik in de ogen zijn
kunsten vertoonde.
Ten slotte de gele klasse. Deze moesten recht om hoog de bunker op om vervolgens
een flinke stap naar beneden te maken. Hier zag je de twijfel bij Nico in de
ogen, maar met een aantal voeten lukt het. Hierna haaks rechtsom en via een
slinger weer naar buiten.
En hier zag je dat Jesse de boel goed had bekeken en via een fraaie sprong het
één en ander omzeilde, wat door sommige andere rijders ook werd overgenomen.
Dat de wind af en toe ook nog een duit in het (wind) zakje deed bleek onder
andere dat gele winnaar Arjen uit balans werd geblazen, en hij was zeker niet de
enige.
Met een deelnemersveld
van 35 piloten was het gerust druk te noemen in het veld. Er reden veel jonge
pilootjes mee en die liepen nog wel eens vast in de non-stops. Het koste dan wel
weer wat tijd om ze te ontzetten en de non-stop vrij te maken.
De jongste deelnemertjes hadden dan ook meestal een persoonlijke coach mee voor
de mentale ondersteuning (troosten als ze gevallen waren).
Door al die drukte
schoot de middag al aardig op, voordat we met z'n allen in de kantine van MCCDH
verzameld waren om te kijken welke weg de boeketten rozen zouden vinden.
Bas Zeinstra inmiddels
weer een klein beetje beter te been, had zich ontfermd over de puntentelling.
Dit vergde wat extra tijd als gevolg een aantal gevallen van gelijke punten.
De kaarten moesten op nullen en zelfs enen wordt na geteld!
Voorzitter Frans kreeg een microfoon in zijn handen gedrukt een hoefde voor het
eerst in Den Helder geen moeite te doen om zich verstaanbaar te maken. Normaal
moet hij boven het gebulder van de crossmotoren uit zien te komen.
Er
is ook sprake van een zekere mannenliefde in de trialsport. Marco Veerman wierp
zich op als kiss-mann en vervulde zijn taak met iets te veel enthousiasme
volgens enkele piloten. Een hand is prima maar zoenen lieten de meesten liever
aan zich voorbij gaan, tot grote spijt van Marco.
In de gele klasse had zich spontaan een nieuwe piloot aangemeld, Jesse Koomen,
die de promotie vanuit de rode klasse niet had af gewacht en zelf al naar geel
was gegaan.
Hij werd tweede.
Is het einde van de dominantie van Aris in deze in zicht?
|